Van de trucker en de coureur, een Kerstvertelling

Nog 'n Van Nelle,
de laatste voor vandaag.
Rechts de hand aan het stuur,
links draait ie 't shaggie.
Een paar dagen zonder de E35.

Snotverdomme.
Te veul wind mee en te ver van huis geraakt?
Het wordt al donker.
Maar 'n tandje d'rbij dan,
zien op tijd thuis te zijn.

Het spoor is dicht,
mooi, geen tegenliggers.
Linksaf gaat ie, de weg over.
Naar huis, moeder de vrouw, de kiendjes.
En worstenbroodjes, dat spreekt.

Wie gaat d'r nou ook zonder licht van huis?
Ik dus, stomme zak.
Ge ziet al bijna geen hand voor ogen,
't kanaal, 't moer aan allebei de kanten van de weg glinstert zwart.
In de nevel, dat mistte ie nog net.

Hij schakelt maar 's terug,
het stikt hier van de ganzen op de weg.
de radio zingt van 'Dim lights, thick smoke and loud loud music',

goed plan, groot licht uit, mistlampen aan.
Nog 'n paar kilometer, de Palm Dobbel wacht.

Een tandje d'rbij kan niet meer,
moet er niet aan denken dat een ganzenfamilie oversteekt.
Nie denke, fietse!
'Shine a light on me' schiet door z'n kop.
Shit, wa's dat nou inenen voor 'n hels licht?

Net gewassen zit ie, met 'n worstenbroodje en z'n Dobbel,
De oudste komt van buiten binnen.
'Pap, wat zit 'r op 'w bumper?'

Tussen de Midden Peelweg en Griendtsveen,
ergens aan de kant van de weg,
bloeit een Kerstroos.