maandag 25 december 2017

Jesús Aranzabal

Er is 'n kindeke geboren
en we noemen het Jezus.
Jesús.

Want niks 'n stalleke in de sneeuw van Betlehem,
in Baskenland was 't te doen,
ergens tussen San Sebastian en Bilbao.

En deze Jesús werd geen visser,
hij werd wielrenner.


Als amateur vestigde Jesús zijn naam door het record van Luis Otana op de 100 kilometers te verbeteren. Met meer dan elf minuten ondanks een misselijk windje en twee lekke banden.



Een ster was aan het firmament verschenen.
De Recordman de los 100 Kilómetros.


Het record staat nog.
Een kleine rol daarbij speelt dat het niet meer aangevallen wordt.
Het vaste parcours bestond uit de openbare weg en is inmiddels meerdere malen gewijzigd.

Geen doen meer.

Enkele jaren later werd onze held beroeps,
eerst 'n jaartje bij Inuri,
daarop 'n jaartje bij Mobylette GAC.
In 1966 verbindt Jesús zich aan Fagor wat vier jaren zal duren.


Hij wint de Vuelta a Andalucia oftewel de  Ruta del Sol, neemt in 1966 en '67 aan de Tour en in '67 en '68 aan de Vuelta, zonder noemenswaardig succes. In 1968 wint Jesús voor Fagor nog 'n etappe in de Vuelta a Mallorca.
In 1970 erop gaat hij niet mee in de fusie van Fagor met Mercier maar gaat deel uitmaken van de eveneens Franse balpennenbrigade met Luis Ocana.


Aranzabal wint 'n etappe thuis, in Baskenland, wordt tweede bij het Spaans kampioenschap en 'n ploegentijdrit in Catalonië.
Een jaartje later, inmiddels 1971, wint hij twee etappes in de Volta a Portugal.
En in 1972 volgt eindelijk de grote overwinning waartoe Jesús in de wieg leek gelegd.


In Donostia, San Sebastian, een etappe in de Vuelta.
Hij wordt toegevoegd aan de ploeg voor de Tour,
Ocana moet na zijn desastreuze val van het jaar ervoor geholpen worden in het duel met Merckx.
Jesús eindigt als 56e, Luis is dan al een paar dagen naar huis.

In 1973 vraagt Jesús geen proflicentie meer aan.
En vandaag overleeft hij zijn naamgever met 45 jaar.


Vandaag 78 jaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten