Biecht

'Mondkapje op! Tijd geleden trouwens meneer Farelli, stront aan de knikker?'

'Eh ..., momentje Meneer Pastoor, in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, misschien Meneer Pastoor ...'

'En dan is de Heilige Kerk natuurlijk weer goed genoeg. Terzake!

'Niet om 't een of ander Meneer Pastoor, maar 't is vandaag vrijdag d'n dertiende en ...'

'Bijgeloof van domme, angstige mensen waarde Fabio, daar wil jij toch niet bij horen, geloof en vertrouw op God de Vader en alles komt goed.'

'Ja maar dat doe ik wel Meneer Pastoor. Maar eergisteren ben ik gevallen met de fiets, niks gebroken, alleen 't zadel kapot en 't doet overal zeer. Statistisch is de kans dat er vandaag wat mis gaat natuurlijk klein maar toch ...'

'Mijn beste Fabio, wanne zever ... elke dag geeft nieuwe kansen, dat weet je toch? En leer van uw ongemak. Het heeft er in ieder geval toe geleid dat je weer eens je gezicht laat zien in de biechtstoel. Nee, geen flauw grapje over 't mondkapje nu.'

'Jazeker, dank U Meneer Pastoor, dan ga ik maar weer eens.'

'Wacht eens even, zo kom je niet weg! Drie Onze Vaders, de Oefening van Berouw, de Oefening van Geloof en wat Weesgegroetjes, doe d'r maar zes. Ergo te absolvea peccatis tuis in nomine Patris e Filii et Spiritus Sancti. Amen. En let op bij 't oversteken.'

'Natuurlijk Meneer Pastoor, dank U, amen.'