maandag 24 september 2018

Marius Thé

Gestorven voor Frankrijk tijdens WO I als soldaat aan het front.

24 september 1871 - 10 september 1915
Was samen met zijn tweelingbroer Jules al vroeg geïnteresseerd in wielrennen.
Ze verschijnen vaak getweeën aan de start,
wat we vaker zien bij tweelingen.
Marius blijkt de meest getalenteerde,
in 1889 en 1891 wint hij Marseille-Avignon-Marseille en het jaar ertussen wordt hij tweede.
De dienstplicht gooit roet in het eten of toepasselijker steekt een spaak tussen de wielen.
In 1894 komt Marius echter terug met een drietal prachtige tweede plaatsen achter maar ook vóór toentertijd gearriveerde coureurs.
Het jaar erop wordt Strasbourg-Basel-Strasbourg gewonnen, weer 'n jaar later Marseille-Draguignan-Marseille en hij wordt derde in Bordeau-Parijs achter Arthur Linton en Gaston Rivierre.
In 1897 wint hij Marseille-Nice met broer Jules op 18 minuten als derde.




Behalve op de weg is Marius ook actief en succesvol op de baan.
Hij vormt onder andere met zijn broer een tandemduo.


Op zijn 27e, het is inmiddels 1898, stapt Marius over naar het stayeren.
En al snel naar de motor wel te verstaan. Hij is een van de eersten die deze stap waagt.
Daarvoor werden renners gegangmaakt door tandems, triplets, mensenkracht.


Rond 1900 is dit alles enorm in ontwikkeling,
elektrische tandems worden ontwikkeld en ook gebruikt voor gangmaking.


En een klein stapje verder is er de tandem op benzine.



De ons beter bekende grote motor is de volgende stap,
twee man op de motor, de renner erachter.
Hieronder Piet Dickentman, begin 1900.


Marius Thé komt de eer toe de eerste te zijn die alléén op de grote motor ging zitten voor gangmaking of op z'n minst voor de doorbraak daarvan zorgde.


Marius reist de halve wereld door om in de velodromes zijn kunsten te vertonen en houdt er een goede boterham aan over.
Met Tom Linton, hier 'n stukje naar boven nog achter de triplet, verbetert hij het werelduurrecord met gangmaking.


De motoren worden echter steeds krachtiger, de snelheden gaan omhoog, als er iets mis gaat dan gaat het goed mis. En met Marius en Tom Linton gaat het mis.
Tijdens de Grote Prijs van Leipzig in 1902 komt Linton in contact met de motor en gaat neer.
Linton zal maanden in het ziekenhuis verblijven en nooit meer terugkomen als coureur.

Met Thé's nieuwe kompaan achter de motor, Paul Dangla, gaat het echter al snel nog fouter, écht goed mis.
Op 5 juni 1904 in Berlijn rijdt Piet Dickentman van begin tot eind de sterren van hemel en wint.
Duitser Bruno Demke wordt tweede en Thé met Dangla blijven steken op de vierde plek.
Enkele dagen later in Maagdenburg wil Dangla revanche.
De motor van Demke wordt echter gelanceerd met een zwaar ongeval tot gevolg.
Marius Thé komt weg met wat bulten en schrammen maar Dangla vecht voor zijn leven en verliest die strijd.

paul dangla achter marius thé
Thé realiseert zich dat hij toch wel uitzonderlijk goed weggekomen is en dat hij het lot beter niet langer tart. Hij stopt op het hoogtepunt van zijn carrière.

De wielerbanen heeft hij overleefd, WO I zal hij niet overleven.
Op 10 september 1915 sterft Marius Thé aan het front in Saint Pol sur Ternoise in Pas de Calais.
Hij werd 43 jaar.


Marius Thé,
24 september 1871 - 10 september 1915

Dank is met name verschuldigd aan Le Petit Braquet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten