Zomaar wat kiekjes met Lucien Vervaecke tijdens de dertien jaar dat hij met de fiets z'n brood verdiende.
In het zweet diens aanschijns ook al zou je dat zo niet direct zeggen.
Maar als je Parijs-Roubaix wint in die tijd, 1930 om precies te zijn,
Parijs-Brussel,
'n etappe in de Tour over de Vars en de Izoard
en binnen vijf jaar derde, vijfde, achtste en zesde bent in de uitslag van La Grande Boucle,
dan kun je wel degelijk zeggen dat je ervoor hebt gewerkt.
Maar zo zomaar zijn deze kiekjes niet.
Ze geven een idee van wat Felicien met z'n zuurverdiende frankskes wou gaan doen.
Zou gaan doen.
'Au Ballon d'Alsac', café Felicien Vervaecke.
Geopend in Mede, West-Vlaanderen, 1937.
Samen met zijn jongere broer Felicien, net efkes beroemder dan Julien.
Want vierde, tweemaal derde en tweede in de Tour.
Onder andere.
Maar dat 't café je naam niet draagt wil niet zeggen dat je 't makkelijk loslaat, achter je laat.
Onbeheerd.
En dat was de bedoeling van de Tommy's op 26 mei 1940.
Die wilden de bevolking van Menen evacueren omdat de Mof onderweg was vanuit Frankrijk.
Daar had Julien geen oren naar, daar had ie zich al die jaren niet voor afgebeuld.
Ze namen 'm mee, met geweld.
Weken later werd ie net aan de andere kant van de grens teruggevonden.
Doorzeefd. Gefusilleerd door de Tommy's.
De Mof liet zich niet lang tegenhouden,
maar dat wist U al lang.
Toen wisten ze dat nog niet,
het opblazen van de brug over de IJzer bij Diksmuide hielp daar weinig aan.
De Mof kwam van alle kanten, schuilen hielp niet.
Voor Julien was 't allemaal te laat.
Het verdedigen van zijn bezit bekocht ie met z'n leven.
3 november 1899 - mei 1940
Geen opmerkingen:
Een reactie posten